Selecteer een pagina

Bumperkleven

Advocaatverkeersrecht.nl

Binnen het verkeersrecht heeft de aanpak van gevaarlijk rijgedrag voor de wetgever prioriteit. Sommige vormen van gevaarlijk rijgedrag zijn apart strafbaar gesteld. Één daarvan is het bumperkleven. In dit artikel wordt nader op het bumperkleven ingegaan. Hoewel het woord ‘bumperkleven’ in de rechtspraktijk een ingeburgerd begrip is geworden, komt het niet voor in de strafbaarstelling. In artikel 19 Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) is namelijk opgenomen: De bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover
hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is.

Deze omschrijving in het RVV bevat een aantal elementen. Een bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tijdig te kunnen stoppen. Hieraan gekoppeld is de afstand waarover de bestuurder zicht heeft en waarover de weg vrij is. In de praktijk betekent dit dat een bestuurder onvoldoende afstand houdt tot zijn voorligger. Ten aanzien van de ernst van de gedraging staat het bumperkleven op hetzelfde niveau als artikel 5 WVW. Artikel 5 WVW is het kapstokartikel bij gevaarlijk rijgedrag en artikel 19 RVV is een zogenaamde lex specialis. Net als artikel 5 WVW is het bumperkleven een overtreding. Op het onvoldoende afstand houden kan als straf niet alleen een geldboete worden opgelegd doch ook een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van maximaal twee jaar.

Uiteraard wordt in de praktijk voor het bumperkleven niet altijd de maximumstraf opgelegd. Om gelijke gevallen gelijk te kunnen berechten, heeft het Openbaar Ministerie een richtlijn gemaakt. Dat is de Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen. Aan de hand hiervan weten mensen welke straf de officier van justitie moet eisen bij het bumperkleven. Bij het onvoldoende afstand houden tot en met een snelheid van 120 kilometer per uur zal de officier van justitie een geldboete eisen. Vaak zal de officier van justitie dan een strafbeschikking aan een bestuurder toesturen. Bij het bumperkleven met een snelheid van meer dan 120 kilometer per uur zal de officier van justitie niet alleen een geldboete eisen. Op grond van de richtlijn moet hij namelijk ook een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid eisen van drie maanden. Dit betekent dat een bestuurder gedurende drie jaar niet meer mag rijden.  

 De richtlijn laat zien dat het Openbaar Ministerie het bumperkleven met hogere snelheid streng aanpakt. Wanneer er sprake is van recidive, zal dit nog strenger zijn. Het is belangrijk dit niet te onderschatten.