Selecteer een pagina

Invordering Rijbewijs Snelheid

advocaatverkeersrecht.nl

Menig bestuurder heeft zich weleens schuldig gemaakt aan een overschrijding van de maximumsnelheid.
Meestal zal dit een geringe snelheidsovertreding zijn.
Bij een forse snelheidsovertreding kan er in sommige gevallen een invordering van het rijbewijs plaatsvinden.
Wanneer is men het rijbewijs kwijt na het te snel rijden?

De wettelijke grondslag voor onze maximumsnelheden ligt in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens.
Dit wordt ook wel afgekort het RVV genoemd. De relevante bepalingen zijn de artikelen 20 RVV, 21 RVV en 62 RVV.

Voor de vraag of iemand de maximumsnelheid heeft overschreden, is het altijd van belang na te gaan wat de
maximumsnelheid ter plaatse is geweest.
De bebording is namelijk niet altijd even duidelijk.
Dit kan van invloed zijn op de vraag of een rijbewijs ingevorderd mocht worden.

De invordering van een rijbewijs na het te snel rijden is aan regels gebonden.
Dit betekent dat de politie na het constateren van een snelheidsoverschrijding niet altijd een rijbewijs mag invorderen.

Bij een geringe overschrijding van de maximumsnelheid mag het rijbewijs niet worden ingevorderd.
Pas als er sprake is van fors te snel rijden, mag de politie overgaan tot invordering van het rijbewijs.

De grondslag voor invordering van het rijbewijs is gelegen in artikel 164 WVW.
De kern van dat artikel luidt:

“Op de eerste vordering is de bestuurder van een motorrijtuig tegen wie proces-verbaal wordt opgemaakt
ter zake van overtreding van een bepaling uit de Wegenverkeerswet of daaruit voortvloeiende wet,
verplicht tot overgifte van het hem afgegeven rijbewijs.
De vordering wordt gedaan in geval van overschrijding van de maximumsnelheid met 50 kilometer of meer,
door een bestuurder van een motorrijtuig anders dan een bromfiets, in geval van staandehouding van de bestuurder.”

Hieruit blijkt dat de wetgever een overschrijding van de maximumsnelheid met 50 kilometer of meer als dermate ernstig heeft gezien dat de politie moet overgaan tot invordering van een rijbewijs.

Belangrijke voorwaarde is wel dat een bestuurder staande moet zijn gehouden. Dit betekent een rijbewijs niet ingevorderd mag worden wanneer een bestuurder bij een trajectcontrole 50 km/u of meer te snel heeft gereden. Dit laat onverlet dat een bestuurder zijn rijbewijs na dit te snel rijden op een later moment nog wel kwijt kan raken. Bij een zitting kan later namelijk nog wel een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd.

Na invordering van het rijbewijs zal de bestuurder dit weer zo snel mogelijk terug willen hebben.
Op welke wijze dat mogelijk is, wordt in een ander artikel op deze website uitgelegd.