Selecteer een pagina

Straf Rijden onder invloed

advocaatverkeersrecht.nl

Het rijden onder invloed is de afgelopen 15 jaar drastisch afgenomen. Bij een alcoholcontrole tijdens een uitgaansnacht worden tegenwoordig gemiddeld nog maar 0,5% van de gecontroleerde bestuurders betrapt op het rijden onder invloed.
Welke straf wordt in de praktijk opgelegd na het rijden onder invloed?

Het basisartikel bij het rijden onder invloed is artikel 8 WVW. Het eerste lid van artikel 8 WVW is het algemene artikel.
Onder dit artikel valt zowel het rijden onder invloed van alcohol als het rijden onder invloed van drugs.

Het tweede lid van artikel 8 WVW ziet specifiek op het rijden onder invloed van alcohol.
In lid 1 en 2 van artikel 8 WVW is het rijden onder invloed strafbaar gesteld.

De wetgever heeft het rijden onder invloed als een serieus vergrijp gezien.
Daarom is dit als een misdrijf aangemerkt.

De straf op het rijden onder invloed is opgenomen in artikel 176 WVW. Op dit feit staat een maximale gevangenisstraf van 3 maanden of een geldboete van de derde categorie.
Dat is per 1 januari 2017 een boete van € 8.200,-. Ook kan er een werkstraf worden opgelegd.

Naast deze hoofdstraffen kan er ook een bijkomende straf voor het rijden onder invloed worden opgelegd.
Dat is de ontzegging van de rijbevoegdheid. In artikel 179 lid 1 WVW is bepaald dat er bij een veroordeling een maximale ontzegging van de rijbevoegdheid van 5 jaar kan worden opgelegd. Bij recidive binnen 5 jaar is dat zelfs 10 jaar.

De maximale straf voor het rijden onder invloed wordt zelden opgelegd.
Het OM hanteert bij de strafmaat een richtlijn.
Deze heet de richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs.

Naast het OM maken ook rechtbanken en gerechtshoven bij de strafmaat gebruik van een richtlijn.
Deze richtlijn wordt genoemd ‘Oriëntatiepunten voor straftoemeting’.
De hierin opgenomen straf wordt door een aantal factoren bepaald.
Dat zijn de hoogte van het ademalcoholgehalte, de vraag of er recidive is en de vraag of er concreet gevaar is opgetreden.

Tegenwoordig kan een verdachte worden opgeroepen voor een zitting bij de officier van jusitie.
Dit is de zogenaamde OM-zitting. Ook kan een verdachte worden gedagvaard voor de politierechter.
Of een verdachte wordt opgeroepen voor een OM-zitting of voor een zitting bij de politierechter, is vaak afhankelijk
van de hoogte van het geconstateerde ademalcoholgehalte. Naar mate dit hoger is, is kans op een zitting bij de rechter groter.

Op een zitting vindt bijna altijd discussie plaats over de vraag welke straf moet worden opgelegd voor het rijden onder invloed. Vaak gaat dit over de ontzegging van de rijbevoegdheid. Deze straf wordt bij verdachten over het algemeen het zwaarst gevoeld. Wanneer iemand het rijbewijs nodig heeft voor het werk, kan een rijontzegging het werk in gevaar brengen.

Wanneer een bepaalde straf een verdachte extra zwaar treft, kan deze bepleiten hiervan af te zien.
Voor het geval de rechter dit verweer volgt, zal de rechter vaak een andere straf verhogen.
Gelijke gevallen moeten namelijk zo veel mogelijk gelijk berecht worden. In dit kader kan een voorwaardelijke ontzegging
van de rijbevoegdheid ook nog worden ingezet. Alsdan mag een verdachte onder voorwaarden blijven rijden.

Wanneer een verdachte zich niet kan verenigen met de aan hem opgelegde straf voor het rijden onder invloed,
kan hij hiertegen hoger beroep instellen. Het is wel belangrijk hier goed over na te denken.
In hoger beroep kan de straf namelijk ook hoger uitvallen.